Het beleggingsbeleid van ING CDC Pensioenfonds is gericht op de lange termijn. Als startend fonds heeft ING CDC Pensioenfonds in 2014 gekozen voor een beleggingsbeleid dat in de eerste jaren verhoudingsgewijs behoedzaam is (met relatief veel staatsobligaties), maar waarbij voldoende rendements-potentieel in de beleggingsportefeuille overblijft om eventueel te kunnen indexeren.
De beleggingen van het fonds zijn onderverdeeld in twee portefeuilles.
Matching portefeuille
Deze portefeuille heeft als primair doel om de (nominale) pensioenverplichtingen te financieren.
In de matching portefeuille wordt hoofdzakelijk belegd in Europese staatsobligaties van een hoge kwaliteit die zodanig worden gekozen dat de geldstromen van de obligaties en de pensioenuitkeringen voor een belangrijk deel met elkaar samenvallen (‘matchen’).
De omvang van de matching portefeuille bedraagt per 31 december 2018 circa 62% van het belegd vermogen van ING CDC Pensioenfonds, vrijwel in lijn met de strategische allocatie.
Return portefeuille
Deze portefeuille heeft als primair doel om (op termijn) voldoende rendement te creëren om toeslagverlening mogelijk te maken.
In de return portefeuille wordt gezocht naar een hoger rendement door te beleggen in aandelen en onroerend goed.
De omvang van de return portefeuille bedraagt per 31 december 2018 circa 38% van het belegd vermogen van ING CDC Pensioenfonds, vrijwel in lijn met de strategische allocatie.
Ontwikkelingen op de financiële markten
In het laatste kwartaal bereikte de onrust op de financiële markten haar dieptepunt. Het negatieve sentiment en de onrust op de beurzen kwamen tot stand door een verscheidenheid aan factoren. Enkele voorbeelden hiervan zijn de negatieve bijstelling van de winstvooruitzichten voor beursgenoteerde aandelen, Italië die met de Europese Commissie overhoop lag omtrent het begrotingstekort, Brexit en de handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten. President Trump en Xi hebben wel aangegeven dat de gesprekken tussen de Verenigde Staten (V.S.) en China hervat zullen worden – hierbij hoorde dan ook direct een 90 dagen ‘staakt-het-vuren’ zonder nieuwe tariefverhogingen. Onzekerheid over de uitkomst blijft spelen.
In tegenstelling tot de financiële markten bleef de Amerikaanse economie groeien. Het vertrouwen bij de consumenten en in het bedrijfsleven bleef onverminderd hoog, evenals de detailhandelsverkopen. Deze ontwikkelingen, in combinatie met een sterke arbeidsmarkt, zorgde ervoor dat de Amerikaanse Centrale Bank (Fed) opnieuw de rente verhoogde met 0,25% naar de bandbreedte 2,25% - 2,50%. De Fed liet zich wel voorzichtiger uit over eventuele toekomstige renteverhogingen en gaf aan dat het beleid in 2019 niet meer op de automatische piloot zal staan, maar meer data afhankelijk zal worden. Op politiek vlak wisten de Democraten de meerderheid in het Huis van Afgevaardigden in handen te krijgen. Dit werd positief ontvangen omdat de Republikeinen (en president Trump) meer moeite moeten doen om goedkeuring te verkrijgen voor grote overheidsuitgaves wat een rem op het begrotingstekort kan zetten.
In Europa vielen de cijfers ook dit kwartaal weer tegen. Naast productieproblemen in de autosector vanwege nieuwe emissienormen zorgden de gele hesjes – die uiteindelijk een handreiking kregen van de Franse president Macron - voor een verslechtering van het sentiment. De inkoopmanagersindices lieten een daling zien, evenals de enquêtes in Duitsland uitgevoerd door het ZEW en IFO over de actuele economische omstandigheden en toekomstige economische verwachtingen. Ondanks deze onzekerheid en een verlaging van de eigen groeiramingen kondigde de Europese Centrale Bank (ECB) aan definitief te stoppen met haar obligatie opkoopprogramma. De ECB hintte echter wel op een mogelijke verlenging van het TLTRO- programma (goedkope langlopende leningen aan banken).
De negatieve effecten van de verstoorde handelsrelatie met de VS werd in de tweede economie van de wereld (China) steeds meer zichtbaar. Waar in eerste instantie nog sprake was van ‘front-loading’ in de export, was dit effect in het vierde kwartaal weggeëbd. Ook zijn de detailhandelsverkopen met een groei van 8.1% op jaarbasis op het laagste punt in de afgelopen 15 jaar beland. Vanwege deze negatieve ontwikkelingen besloot China tot belastingverlagingen en gaf zij aan dat in 2019 (mogelijk) een ruimer fiscaal en monetair beleid gevoerd zal worden.
Waar het afgelopen kwartaal de onrust nog gepaard ging met hogere rentes en aandelenkoersen was dit kwartaal het tegenovergestelde waar. De onrust werd geïllustreerd door de belangrijkste aandelenindex (de Amerikaanse S&P500) in de maand december met vijf dagen waarbij het verlies de 2% overtrof. Het rendement en daarmee ook de dekkingsgraad hadden in december slechter kunnen uitvallen ware het niet dat de S&P 500 op 2e Kerstdag een stijging van 5.5% wist te realiseren.
Op Amerikaanse aandelen werd in het vierde kwartaal een negatief rendement behaald van -14%. Europa sloot het kwartaal af met een verlies van -12%. Japan deed het slechter met -17%. Waren de opkomende markten in het vorige kwartaal nog de negatieve uitschieter, nu bleven ze steken op een negatief rendement van -8%. De vastgoedportefeuille wist het vierde kwartaal positief af te sluiten met ruim 1%, met name gedreven door Nederlandse woningen (+4%).
De rente daalde in het vierde kwartaal waardoor de matching portefeuille een positief rendement behaalde van 2%. De totale aandelenportefeuille behaalde een negatief rendement van -11% in euro’s gemeten. De totale vastgoedportefeuille eindigde met een plus van 1%. Beursgenoteerd vastgoed verloor 4%, Nederlandse woningen en winkels stegen respectievelijk 4% en 1%.
De gedaalde rente zorgde voor een hardere stijging van de verplichtingen dan de stijging van de obligaties in de matching portefeuille – wat per saldo negatief bijdroeg aan de dekkingsgraad. Daarnaast daalde de aandelenportefeuille en stegen de vastgoedportefeuilles wat in zijn totaliteit leidde tot een lagere dekkingsgraad. De combinatie van deze ontwikkelingen zorgden ervoor dat de dekkingsgraad van 121% afnam tot bijna 111% (klik hier voor meer informatie over de dekkingsgraad in het hoofdstuk financiële positie).
Benchmark (geactualiseerd)
ING CDC Pensioenfonds beoordeelt de beleggingsrendementen door deze te vergelijken met een benchmark die is afgeleid van het strategisch beleggingsbeleid. Een benchmark is een meetlat om de prestaties van de beleggingsportefeuille te evalueren op de langere termijn. Het totaal rendement is een gewogen gemiddelde van het rendement van de matching portefeuille en de return portefeuille. Omdat valutakoersen een grote rol spelen bij de buitenlandse beleggingen in de return portefeuille, dekt het fonds de niet-euro valutaschommelingen voor een belangrijk deel af. Het resultaat van deze valuta-afdekking wordt bij het totaal rendement geteld.
Conclusie
In het vierde kwartaal van 2018 heeft ING CDC Pensioenfonds met de matching portefeuille een rendement behaald van circa +2,0%. De return portefeuille behaalde een rendement van circa -7,7%. De valuta-afdekking had een negatieve invloed op de portefeuille van -0,4%. Het gewogen totaal rendement op de beleggingen van ING CDC Pensioenfonds was -2,4%.
Dit kwartaalbericht is op zorgvuldige wijze tot stand gekomen. In het jaarverslag over 2024 worden de definitieve cijfers gepubliceerd. Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.