Beleggingen

Financiële markten onzeker en (daardoor) volatiel

Het beleggingsbeleid van ING CDC Pensioenfonds is gericht op de lange termijn. Als startend fonds heeft ING CDC Pensioenfonds in 2014 gekozen voor een beleggingsbeleid dat in de eerste jaren verhoudingsgewijs behoedzaam is (met relatief veel staatsobligaties), maar waarbij voldoende rendements-potentieel in de beleggingsportefeuille overblijft om eventueel te kunnen indexeren.

De beleggingen van het fonds zijn onderverdeeld in twee portefeuilles.

Matching portefeuille

Deze portefeuille heeft als primair doel om de (nominale) pensioenverplichtingen te financieren.

In de matching portefeuille wordt hoofdzakelijk belegd in Europese  staatsobligaties van een hoge kwaliteit die zodanig worden gekozen dat de geldstromen van de obligaties en de pensioenuitkeringen voor een belangrijk deel met elkaar samenvallen (‘matchen’).

De omvang van de matching portefeuille bedraagt per 31 maart 2019 circa 60% van het belegd vermogen van ING CDC Pensioenfonds, vrijwel in lijn met de strategische allocatie.

Return portefeuille

Deze portefeuille heeft als primair doel om (op termijn) voldoende rendement te creëren om toeslagverlening mogelijk te maken.

In de return portefeuille wordt gezocht naar een hoger rendement door te beleggen in aandelen en onroerend goed.

De omvang van de return portefeuille bedraagt per 31 maart 2019 circa 40% van het belegd vermogen van ING CDC Pensioenfonds, vrijwel in lijn met de strategische allocatie.

Ontwikkelingen op de financiële markten
Na de sterke dalingen op aandelenmarkten eind vorig jaar vond er met name in de eerste twee maanden van dit jaar een flink herstel plaats. Dit werd voornamelijk gedreven door een meer voorzichtige Amerikaanse centrale bank (Fed). Waar eind vorig jaar nog werd uitgegaan van enkele renteverhogingen dit jaar, gaf de Fed aan over te gaan in de “wait and see” modus. Deze 180 graden draai werd gerechtvaardigd door de afkoeling van de Amerikaanse economie, afvlakkende inflatie en de toenemende onzekerheden (met name de vertraging in Europa en China). De aandelenmarkten werden tevens ondersteund door positieve geluiden omtrent de onderhandelingen tussen de VS en China, waar de deadline van 1 maart 2019 minder hard bleek te zijn, en de definitieve beëindiging van de sluiting van de Amerikaanse overheid in februari.

In maart nam de volatiliteit op zowel de aandelen- als de obligatiemarkten flink toe. Het Amerikaanse banenrapport over februari viel tegen met een groei van slechts circa 20.000 banen. Toen de Fed in maart ook nog meer terughoudender werd dan verwacht, nam de angst voor een recessie in de VS flink toe. Dit reflecteerde in onder andere een inverse yield curve in Amerika. Hierbij is de korte rente hoger dan de lange rente. Deze inverse curve heeft uiteindelijk vijf handelsdagen geduurd. Ook de aandelenmarkten reageerden in eerste instantie negatief op de ontwikkelingen. De verliezen werden uiteindelijk aan het einde van de maand meer dan teniet gedaan.

De verwachting is dat de Fed dit jaar de rente niet meer zal verhogen. Tevens wordt de balansafbouw verlaagd van $50 miljard naar $35 miljard per maand tussen mei en september dit jaar. De afbouw van de balans zal worden stopgezet vanaf oktober en aflopende hypotheek obligaties zullen worden herbelegd in staatsobligaties. De voorzichtige aanpak van de Fed weerspiegelt de zorgen die leven over de vele onzekerheden.

In navolging van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Unie (EU), stelde de Europese centrale bank (ECB) de economische groei– en inflatieverwachtingen voor de eurozone dit jaar flink omlaag bij: de economische groei van 1,7% naar 1,1% en de inflatie van 1,6% naar 1,2%. Slechte macro-economische cijfers uit met name Duitsland bevestigen het beeld van toenemende risico’s voor verdere economische verslechtering. Net als de Fed was ook de ECB voorzichtiger dan verwacht. De ECB kondigde aan dat de beleidsrentes dit jaar niet meer zullen worden verhoogd en tevens werd er officieel een nieuwe ronde van langlopende goedkope leningen aan banken (TLTRO) aangekondigd ter ondersteuning van de economische groei in Europa. Ook werd er gesproken over een “tiered deposit rate” waarbij een gedeelte van de overtollige cash van banken wordt vrijgesteld van de negatieve depositorente waardoor de winstgevendheid van de banken zal toenemen. Dit alles, in combinatie met de toenemende kans op een recessie in de VS had tot gevolg dat de rentes in maart hard daalden.

De onzekerheid rondom de Brexit duurde ook in het eerste kwartaal van 2019 voort. Het Britse Lagerhuis stemde de deal van May met de EU meerdere malen weg. Uiteindelijk bleek het Britse parlement geen overeenstemming te kunnen bereiken waardoor de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de EU werd uitgesteld met instemming van de EU.

In China kondigde de Chinese centrale bank aan dat de banken minder reserves hoeven aan te houden en ontvouwde de Chinese regering fiscale maatregelen om de economische groei te stimuleren. In het jaarlijkse Volkscongres werd aangegeven dat de economische groei dit jaar naar verwachting slechts tussen de 6% en 6,5% zal uitkomen.

De aandelen- en obligatiemarkten spreken elkaar steeds meer tegen. Ondanks de toegenomen vrees voor een recessie in de obligatiemarkten, bleven de aandelen de weg omhoog voortzetten waarbij een economisch herstel dit jaar in beeld komt. De aandelen in de VS stegen circa 14% en Europese aandelen circa 12%. Opkomende landen en Japan bleven met respectievelijk circa 10% en circa 8% (allen in lokale valuta) iets achter. Beursgenoteerd vastgoed deed het goed met een plus van circa 14%. Rentes daalden flink: de 10 jaars Duitse rente daalde van 0,24% naar -0,07% en de 30 jaars van 0,88% naar 0,57%. De 30 jarige swap rente daalde eveneens, namelijk van 1,38% naar 1,06%. De gestegen aandelenkoersen werden volledig teniet gedaan door de gedaalde rentes waardoor de dekkingsgraad uiteindelijk onveranderd bleef op circa 111%. (klik hier voor meer informatie over de dekkingsgraad in het hoofdstuk financiële positie).

Benchmark (geactualiseerd)
ING CDC Pensioenfonds beoordeelt de beleggingsrendementen door deze te vergelijken met een benchmark die is afgeleid van het strategisch beleggingsbeleid. Een benchmark is een meetlat om de prestaties van de beleggingsportefeuille te evalueren op de langere termijn. Het totaal rendement is een gewogen gemiddelde van het rendement van de matching portefeuille en de return portefeuille. Omdat valutakoersen een grote rol spelen bij de buitenlandse beleggingen in de return portefeuille, dekt het fonds de niet-euro valutaschommelingen voor een belangrijk deel af. Het resultaat van deze valuta-afdekking wordt bij het totaal rendement geteld.

Beleggingsportefeuille
Q1 2019
Benchmark
Q1 2019
Beleggingsportefeuille
2019
Benchmark
2019
Matching portefuille
+6,9%
+6,6%
+6,9%
+6,6%
Return portefuille
+11,5%
+11,6%
+11,5%
+11,6%
Valuta-afdekking
-0,5%
-0,5%
-0,5%
-0,5%
Totaal rendement*
+8,2%
+8,0%
+8,2%
+8,0%
*Het totaal rendement is gebaseerd op de gewogen gemiddelden van de matching portefeuille, return portefeuille en valuta-afdekking.

Conclusie
In het eerste kwartaal van 2019 heeft ING CDC Pensioenfonds met de matching portefeuille een rendement behaald van circa +6,9%. De return portefeuille behaalde een rendement van circa +11,5%. De valuta-afdekking had een negatieve invloed op de portefeuille van -0,5%. Het gewogen totaal rendement op de beleggingen van ING CDC Pensioenfonds was +8,2%.