Beleggingen

Positief sentiment op financiële markten

 

Het beleggingsbeleid van ING CDC Pensioenfonds is gericht op de lange termijn. Als startend fonds heeft ING CDC Pensioenfonds in 2014 gekozen voor een beleggingsbeleid dat in de eerste jaren verhoudingsgewijs behoedzaam is (met relatief veel staatsobligaties), maar waarbij voldoende rendements-potentieel in de beleggingsportefeuille overblijft om eventueel te kunnen indexeren.

De beleggingen van het fonds zijn onderverdeeld in twee portefeuilles.

Matching portefeuille

Deze portefeuille heeft als primair doel om de (nominale) pensioenverplichtingen te financieren.

In de matching portefeuille wordt hoofdzakelijk belegd in Europese staatsobligaties van een hoge kwaliteit die zodanig worden gekozen dat de geldstromen van de obligaties en de pensioenuitkeringen voor een belangrijk deel met elkaar samenvallen (‘matchen’).

De omvang van de matching portefeuille bedraagt per 30 juni 2021 circa 47% van het belegd vermogen van ING CDC Pensioenfonds.

Return portefeuille

Deze portefeuille heeft als primair doel om (op termijn) voldoende rendement te creëren om toeslagverlening mogelijk te maken.

In de return portefeuille wordt gezocht naar een hoger rendement door te beleggen in aandelen, onroerend goed en bedrijfsobligaties.

De omvang van de return portefeuille bedraagt per 30 juni 2021 circa 53% van het belegd vermogen van ING CDC Pensioenfonds.

Stijging aandelenbeurzen
Het positieve sentiment op de financiële markten werd dit kwartaal voortgezet. Aandelenbeurzen sloten net als in het eerste kwartaal met winst af. Naast aandelen stegen ook de rentes op Europese staatsobligaties. Daarentegen daalden de rentes op Amerikaanse staatsobligaties. De swaprente (de rekenrente waarmee de pensioenverplichtingen worden verdisconteerd) bleef vrijwel onveranderd. De stijging van de aandelen werd voornamelijk gedreven door:

  • De voortgang met de uitrol van het coronavaccins.
  • De versoepeling van de coronamaatregelen.
  • De nieuwe voorstellen van de Democraten om de Amerikaanse economie te stimuleren.
  • Sterke macro-economische cijfers.

Progressie uitrol coronavaccins
Met name Europa boekte dit kwartaal flinke voortgang met de uitrol van coronavaccins. Zo liep Europa de achterstand op de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk grotendeels in. Aan het einde van het tweede kwartaal was ruim 51% van de bevolking in de Europese Unie minimaal 1 keer gevaccineerd. In de Verenigde Staten lag dit percentage op circa 53%. Het Verenigd Koninkrijk blijft koploper met een vaccinatiegraad van ruim 66%.

Nieuwe investeringsplannen van de Amerikaanse president Biden
Nadat het Amerikaanse Congres in het eerste kwartaal al een fiscaal steunpakket ter waarde van circa $1900 miljard had goedgekeurd, kwam Biden dit kwartaal met nieuwe voorstellen om de Amerikaanse economie verder te stimuleren. Naast het vernieuwen van de  Amerikaanse infrastructuur wil Biden ook meer geld uitgeven aan onderwijs, zorg en kinderopvang. Er wordt gesproken over een totaal bedrag van $2000 à 3000 miljard. 

Inflatieangst
In Amerika en in mindere mate Europa loopt de inflatie snel op. In Amerika stegen de consumentenprijzen in juni met 5.4% (Europa 1.9%)  ten opzichte van een jaar geleden. De kerninflatie, waarin de prijzen voor energie en voedsel niet worden meegenomen, steeg met 4.5% (Europa 0,9%). Een groot deel van deze stijging is het gevolg van basis effecten (een jaar geleden daalden de prijzen door corona). Daarnaast zijn er ook problemen met de aanvoerketens, is er een globaal te kort aan chips en is er sprake van een inhaalvraag. Naast deze CPI cijfers hinten ook inkoopmanagerindices op meer inflatie in aantocht. Er is sprake van een sterke stijging van zowel de input als output prijzen binnen het bedrijfsleven. Centrale banken denken dat deze inflatiegolf tijdelijk van aard is. De financiële markten lijken voorlopig hierin mee te gaan. 

Centrale banken
De Amerikaanse centrale bank (Fed) verhoogde in de juni vergadering zowel de groei- als inflatieverwachtingen voor dit en de komende jaren. De Fed blijft bij het standpunt dat de Amerikaanse economie niet zal oververhitten. De kerninflatie zal dit jaar weliswaar oplopen naar 3%, maar deze zal weer terugzakken naar 2,1% in zowel 2022 als 2023. Daarnaast worden nu twee renteverhogingen voor het einde van 2023 gesignaleerd (op basis van de renteverwachtingen van de individuele bestuursleden), terwijl in de maart-vergadering deze nog 0 was. Nadien hebben verscheidene Fed bestuursleden deze vervroegde verkrapping van het monetair beleid geprobeerd af te zwakken.

Ook de ECB verhoogde de economische groei- en inflatieverwachtingen voor de komende jaren. Ondanks de verhoogde verwachtingen zal de inflatie de doelstelling van iets onder de 2% niet halen. Een ruim monetair beleid blijft volgens de ECB dan ook noodzakelijk. De ECB zal in het derde kwartaal in een aanzienlijk (circa EUR 80 miljard per maand) hoger tempo obligaties blijven opkopen onder hun pandemie programma (PEPP).

Stijging aandelen en rentes
Na een sterke start van het jaar, bleven aandelen stijgen. In het eerste kwartaal, stegen met name waarde- en cyclische aandelen flink. In het tweede kwartaal waren het de groeiaandelen die de kar trokken. Groeiaandelen profiteerden met name van de daling van de rentes (de rente op de Amerikaanse 10-jaars staatsobligatie daalde met 27 basispunten tot 1,47%). In Amerika stegen de aandelen met circa 8,6% en in Europa met circa 6,5%. Opkomende landen bleven achter met een stijging van ongeveer 3,8%, terwijl in Japan de stijging beperkt bleef tot slechts ongeveer 0,2% (allen in lokale valuta). Beursgenoteerd vastgoed presteerde dit kwartaal het best met een stijging van ongeveer 9,6%. Direct vastgoed in Nederlandse woningen steeg met ongeveer 3,7% en Nederlandse winkels met circa 2,8%. 

In Europa steeg de 10 jaars Duitse rente van -0,29% naar -0,21%. De 30 jaars Duitse rente steeg minder sterk, namelijk van 0,26% naar 0,29%. De 30 jarige swap rente bleef vrijwel onveranderd op 0,48%. 

Door de combinatie van stijgende rentes en aandelen is de dekkingsgraad dit kwartaal verder gestegen, namelijk met circa 1,1%. 

(klik hier voor meer informatie over de dekkingsgraad in het hoofdstuk financiële positie). 

Benchmark (geactualiseerd)
ING CDC Pensioenfonds beoordeelt de beleggingsrendementen door deze te vergelijken met een benchmark die is afgeleid van het strategisch beleggingsbeleid. Een benchmark is een meetlat om de prestaties van de beleggingsportefeuille te evalueren op de langere termijn. Het totaal rendement is een gewogen gemiddelde van het rendement van de matching portefeuille en de return portefeuille. Omdat valutakoersen een grote rol spelen bij de buitenlandse beleggingen in de return portefeuille, dekt het fonds de niet-euro valutaschommelingen voor een belangrijk deel af. Het resultaat van deze valuta-afdekking wordt bij het totaal rendement geteld. 

 

Beleggingsportefeuille
Q2 2021
Benchmark
Q2 2021
Beleggingsportefeuille
2021
Benchmark
2021
Matching portefuille
-1,5%
+0,4%
-14,4%
-15,7%
Return portefuille
+4,9%
+5,2%
+12,2%
+12,3%
Valuta-afdekking
+0,2%
+0,3%
-0,7%
-0,7%
Totaal rendement*
+2,1%
+3,0%
-2,7%
-3,7%
*Het totaal rendement is gebaseerd op de gewogen gemiddelden van de matching portefeuille, return portefeuille en valuta-afdekking.

Conclusie
In het tweede kwartaal van 2021 heeft ING CDC Pensioenfonds met de matching portefeuille een rendement behaald van circa -1,5%. De return portefeuille behaalde een rendement van circa +4,9%. De valuta-afdekking had een licht positieve invloed op de portefeuille van +0,2%. Het gewogen totaal rendement op de beleggingen van ING CDC Pensioenfonds was +2,1%.