Beleggingen

Angst voor inflatie

Het beleggingsbeleid van ING CDC Pensioenfonds is gericht op de lange termijn. Als startend fonds heeft ING CDC Pensioenfonds in 2014 gekozen voor een beleggingsbeleid dat in de eerste jaren verhoudingsgewijs behoedzaam is (met relatief veel staatsobligaties), maar waarbij voldoende rendements-potentieel in de beleggingsportefeuille overblijft om eventueel te kunnen indexeren.

De beleggingen van het fonds zijn onderverdeeld in twee portefeuilles.

Matching portefeuille

Deze portefeuille heeft als primair doel om de (nominale) pensioenverplichtingen te financieren.

In de matching portefeuille wordt hoofdzakelijk belegd in Europese staatsobligaties van een hoge kwaliteit die zodanig worden gekozen dat de geldstromen van de obligaties en de pensioenuitkeringen voor een belangrijk deel met elkaar samenvallen (‘matchen’).

De omvang van de matching portefeuille bedraagt per 30 september 2021 circa 47% van het belegd vermogen van ING CDC Pensioenfonds.

Return portefeuille

Deze portefeuille heeft als primair doel om (op termijn) voldoende rendement te creëren om toeslagverlening mogelijk te maken.

In de return portefeuille wordt gezocht naar een hoger rendement door te beleggen in aandelen, onroerend goed en bedrijfsobligaties.

De omvang van de return portefeuille bedraagt per 30 september 2021 circa 53% van het belegd vermogen van ING CDC Pensioenfonds.

In het derde kwartaal was er sprake van hoge volatiliteit op de financiële markten. Desondanks wisten aandelen ontwikkelde landen dit kwartaal per saldo toch met een kleine winst af te sluiten. Daarentegen stonden aandelen opkomende landen het gehele kwartaal onder druk vanwege de negatieve impact van de overheidsinterventies en vastgoedproblemen in China. Ook rentes kenden een zeer volatiel verloop. Zowel rentes op Europese staatsobligaties als swaprentes daalden in juli sterk als gevolg van de angst voor een nieuwe golf aan coronabesmettingen. Echter herstelden deze in augustus en september doordat centrale banken een (mogelijke) verkrapping van hun monetaire beleid aankondigden in anticipatie op de oplopende inflatie. De oplopende inflatie is voornamelijk het gevolg van de ontwrichting van aanvoerketens en sterk opgelopen energieprijzen. Per saldo bleven rentes hierdoor vrijwel onveranderd.

Inflatieangst
In Amerika bleef de inflatie hoog (headline inflatie van 5,4% ten opzichte van september 2020), terwijl in Europa deze snel opliep (headline inflatie van 3,4%). Een groot deel van deze stijging was het gevolg van “basiseffecten” (de prijzen worden namelijk vergeleken met de prijzen die een jaar geleden flink waren gedaald door corona). Daarnaast zijn er problemen met de aanvoerketens, is er een globaal tekort aan chips en is er sprake van een inhaalvraag. De inflatieangst onder beleggers nam deze periode verder toe als gevolg van een zeer sterke stijging van energieprijzen (met name gas). De angst onder beleggers is dat de hoge inflatie de koopkracht van consumenten zal aantasten en de economische groei zal afremmen.

Verkrapping centrale banken
De Amerikaanse centrale bank (“Fed”) maakte in september bekend dat er met grote mate van zekerheid binnen afzienbare tijd zal worden begonnen met de afbouw van haar opkoopprogramma van obligaties die mogelijk medio 2022 al afgerond kan zijn. Dit was niet geheel onverwacht. Meer onverwacht was dat de nieuw gepubliceerde dot-plot (grafiek waarin de voorspelling van iedere stemgerechtigde centrale bankier ten aanzien van de toekomstige beleidsrente wordt weergegeven) aantoonde dat een eerste renteverhoging mogelijk al eind 2022 kan plaatsvinden en niet zoals eerdere verwachtingen pas in 2023.

In Europa gaf de Europese centrale bank (“ECB”) aan dat het tempo van zijn obligatie opkoopprogramma gerelateerd aan de pandemie (PEPP) in het laatste kwartaal van dit jaar zal worden verlaagd van circa € 80 miljard per maand naar ongeveer € 60-70 miljard per maand. De ECB benadrukte wel dat dit niet de start is van monetaire verkrapping waarbij de aankopen worden teruggebracht naar 0. Desalniettemin zette deze aankondiging opwaartse druk op de Europese rentes.

Zorgen omtrent China
Aandelen in China stonden het gehele kwartaal onder druk als gevolg van het ingrijpen van de Chinese overheid om meer grip te krijgen op onder andere private onderwijsinstellingen (winstoogmerk niet toegestaan) en internationaal opererende technologiebedrijven (tegengaan machtsconcentratie en waarborging data privacy/ gegevensbeveiliging). Daarnaast maakten beleggers zich ook zorgen over de Chinese vastgoedproblemen. De angst is dat een mogelijk faillissement van het Chinese vastgoedbedrijf Evergrande (één van de grootste vastgoedontwikkelaars van China met een schuld van circa $300 miljard) de groei van de Chinese economie zal doen vertragen.

Corona
Het aantal coronabesmettingen liep dit kwartaal wereldwijd weer op vanwege het terugdraaien van de lockdown maatregelen en de opmars van de meer besmettelijke Delta variant van covid-19. Het aantal ziekenhuisopnames bleef relatief laag waardoor overheden niet gedwongen waren om weer nieuwe lockdown maatregelen in te voeren.

Aandelen en rentes vrijwel onveranderd
Aandelen ontwikkelde landen wisten een vervolg te geven aan de sterke start van het jaar. In Amerika stegen de aandelen met circa 0,6% en in Europa met circa 0,7%. In Japan was er sprake van een nog sterkere stijging met ongeveer 5,1% (allen in lokale valuta). Sinds de Japanse premier Suga zijn vertrek heeft aangekondigd zit de Japanse aandelenmarkt stevig in de lift. De hoop op een nieuw stimuleringspakket en de progressie die het maakt met het uitrollen van coronavaccins spelen hierbij een belangrijke rol. Daarentegen bleven aandelen opkomende landen flink achter met een daling van ongeveer 6,7%, voornamelijk gedreven door het negatieve sentiment op de Chinese aandelenmarkt. (China heeft een gewicht van circa 35% in de aandelen opkomende landenindex). Beursgenoteerd vastgoed daalde dit kwartaal met ongeveer 0,6% en direct vastgoed steeg met ongeveer 3,7%.

Per saldo bleven rentes dit kwartaal vrijwel onveranderd. In Europa steeg de 10 jaars Duitse rente van -0,21% naar -0,20%, terwijl de 30 jaars Duitse rente daalde van 0,29% naar 0,27%. De 30 jarige swaprente bleef onveranderd op 0,48%.

Benchmark (geactualiseerd)
ING CDC Pensioenfonds beoordeelt de beleggingsrendementen door deze te vergelijken met een benchmark die is afgeleid van het strategisch beleggingsbeleid. Een benchmark is een meetlat om de prestaties van de beleggingsportefeuille te evalueren op de langere termijn. Het totaal rendement is een gewogen gemiddelde van het rendement van de matching portefeuille en de return portefeuille. Omdat valutakoersen een grote rol spelen bij de buitenlandse beleggingen in de return portefeuille, dekt het fonds de niet-euro valutaschommelingen voor een belangrijk deel af. Het resultaat van deze valuta-afdekking wordt bij het totaal rendement geteld.

Beleggingsportefeuille
Q3 2021
Benchmark
Q3 2021
Beleggingsportefeuille
2021
Benchmark
2021
Matching portefuille
-0,1%
-0,5%
-14,5%
-16,1%
Return portefuille
+1,4%
+1,4%
+13,8%
+13,9%
Valuta-afdekking
-0,6%
-0,7%
-1,3%
-1,3%
Totaal rendement*
+0,1%
-0,2%
-2,6%
-3,9%
*Het totaal rendement is gebaseerd op de gewogen gemiddelden van de matching portefeuille, return portefeuille en valuta-afdekking.

Conclusie
In het derde kwartaal van 2021 heeft ING CDC Pensioenfonds met de matching portefeuille een rendement behaald van circa -0,1%. De return portefeuille behaalde een rendement van circa +1,4%. De valuta-afdekking had een licht negatieve invloed op de portefeuille van -0,6%. Het gewogen totaal rendement op de beleggingen van ING CDC Pensioenfonds was +0,1%.